De opgravingen in Pompeï

In de krant las ik deze week dat de opgravingen in het Italiaanse stadje Pompeï voor een bedrag van meer dan 100 miljoen euro geconserveerd worden.

Da’s hoog tijd ook, want de opgravingen in dit stadje worden letterlijk en figuurlijk onder de voet gelopen door hordes toeristen.

De eerste keer dat we daar waren, in de zomer van 1984, liepen er slechts enkele verdwaalde diehards rond tussen die veel verbeelding vragende opgravingen. Toen we er in het begin van het vorige decennium nog eens waren, was het er al behoorlijk druk. En drie jaar geleden kon je er over de koppen lopen.

En al die mensen denderen maar over die 2090 jaar oude stenen heen, leunen tegen de even oude muren, gooien afval tussen de opgravingen en ga zo maar door. Het hele zaakje dreigt daardoor zo voor de tweede keer naar de Filistijnen te gaan.

Goed daarom dat er nu iets aan gaat gebeuren. Al gaat het wel om heel veel geld.

‘n Uitbundige Bacchus

Bacchus in Remich

Voor ons geen Paasontbijt, Paaslunch, Paasbrunch, Paasstol, Paasstapas of Paaspop op Eerste Paasdag.

‘s Ochtends een paar uur in de auto heen, en ‘s avonds in een paar uur weer terug. En in de tussentijd een paar uur wandelen op het GR5, de lange afstandswandeling tussen Maastricht en Nice – in totaal 2300 kilometer lang ongeveer.

Hier meer over de etappe van zondag, langs de Moezel en tussen de wijnranken door. De route voerde ons onder meer door het door de Romeinen gestichte dorpje Remich, waar Bacchus – de god van de wijn – ons hartelijk en uitbundig welkom heette.

Instortende krijtrotsen

Die Krijtrotsen bij Dover zijn best mooi. Elke keer weer, als je ze in de verte vanaf de boot vanuit Calais in het zonnetje ziet liggen.

Dat er een enorme aantrekkingskracht van die rotsen uitgaat, merken we alleen al omdat de mensen om ons heen op de boot onmiddellijk in actie komen als ze die rotsen signaleren: alles wordt indringend vastgelegd op foto’s en video’s.

Uiteraard maak ook ik foto’s. Elke keer weer. Ditmaal van een wel heel bijzonder fenomeen. Die krijtrotsen storten af en toe namelijk in.

Dat dit in Cornwall gebeurt, zag ik onlangs in een filmpje op het internet. Van ditzelfde verschijnsel in Dover is nu ook onomstotelijk bewijs. Keihard.

Strandhokje

25.000 pond kosten ze. Zonder gas, water, licht en riolering. Ze meten ongeveer drie bij drie meter. En het enige wat ze – in mijn ogen – te bieden hebben, is een mooi uitzicht op zee.

De Engelsen denken er uiteraard anders over. Want de kust staat er vol mee, met van de houten strandhuisjes.

Nou ja, altijd nog beter dan die uitgestrekte campings vol met stacaravans.

Staring At The Sea

Een paar weken geleden zette ik een foto op dit weblog van de Italiaanse fotograaf Gianni Berengo Gardin. Een foto uit de jaren tachtig van twee Engelsen die in hun auto zitten en naar de zee staren.

Toen we dit weekend in Kent waren, en vanwege het goede weer een flinke wandeling langs de kust konden komen, was ik er op uit ook zo’n plaatje te schieten – maar dan in een moderne vorm.

Dat viel niet mee. Er stonden weinig auto’s op het stuk waar wij wandelden, tussen Whitstable en Margate. En die auto’s die er stonden, waren leeg.

Gelukkig hielp het toeval een handje: af en toe zaten er mensen op goed onderhouden houten banken in goed onderhouden grasperceeltjes langs goed onderhouden wandel- en fietspaden.

Zwanen in de Peel

Altijd mooi om te fotograferen, een zwaan. Statige beesten, majestueuze slag in het water, gracieuze blik enzovoorts.

Vorig week zag ik er nog een paar zwemmen, in de Peel, tussen Helenaveen en Griendtsveen. Camera bij de hand uiteraard, en hoppa.

Niks bijzonders qua foto, wel qua zwaan uiteraard. En daarom hier wel op zijn plaats.

Volterra

Mooi dorpje, Volterra in de Italiaanse Toscane. Rustig, wat zoveel wil zeggen als niet al te veel toeristen. Interessant, omdat het vol staat met die typisch laat-middeleeuwse Italiaanse gebouwen. En het lijkt wel of de zon er altijd schijnt.

Maar wat moet je doen als je bejaard bent en in Volterra woont?

Niet veel. Op de stoep zitten met je vrienden, en praten over vroeger. Zwaaien naar een automobilist die voorbij komt. En je vergapen aan de paar toeristen die zo af en toe toch in Volterra komen aanwaaien.

Iron Lady

Meestal zitten we er met een man of tien in de zaal. Zaterdagavond was het een keertje volle bak in het Filmhuis. Een film met Meryl Streep, vandaar.

Maar wel een hele goede film, Iron Lady, over Margaret Thatcher. Mooi constructie in die film: ze is aan het dementeren, en aan de hand van haar herinneringen blikken we terug op haar leven.

En niet alleen dat maakte deze film zeer de moeite waard. De beelden van London, van Engeland, de beelden van het Engeland uit de jaren tachtig – inclusief de oorlog om de Falklands – dragen daar ook aan bij.

Evenals het grappige liedje van de Engelse punkgroep de Notsensibles dat halverwege even voorbij komt: I’m In Love With Margaret Thatcher’.

Ja ja.

Sign Your …. (Name)

Altijd een rare snuiter gevonden, die Terrence Trent d’Arby. Paar leuke hitjes op zijn eerste cd, halverwege de jaren tachtig, en dat was het wel.

En hij had wat laten remixen door de geniale gek Lee Perry, de Jamaicaanse Zwitser die in de jaren zeventig de mooiste reggae van die tijd maakte. Ooit een tape van gehad, maar dat was ik kwijt geraakt. En de nummers daarop heb ik nooit meer teruggevonden.

Tot een paar dagen geleden, in de krochten van het internet. Vier nummers van Terrence, helemaal door de mangel gehaald door Lee Perry. Een van de nummers heet Rain, en wat doet Lee: hij mixed een stortregenbui door de muziek.

Terrence was er ook niet blij mee, naar verluidt. Want in het titelnummer van deze 12″-ep, Sign Your Name, doet Lee iets wat hij niet had moeten doen (of juist wel): de stem van de zanger af en toe gewoon helemaal wegmixen.

Hier te beluisteren. Briljant.

Onverzettelijkheid in Luxemburg

Als we onderweg zijn op het GR5, de wandelroute naar Nice, dan komen we over het algemeen vrij weinig mensen tegen. Af en toe een eenzame wandelaar, of – in een dorpje – iemand die de stoep staat te vegen. En dat is het dan wel.

Als je daar van houdt is dat helemaal niet erg. Wij vinden het tenminste niet erg: rust, stilte en tijdelijke tijdloosheid.

Deze koe, op de foto gezet tussen Echternach en Born, is er ook niet aan gewend, aan veel voorbijgangers. Ze keek ons van begin tot het eind na. En toen ik mijn camera trok, poseerde ze heel geduldig en op haar alleronverzettelijkst. Indrukwekkend.

Way back in time

Het is rotwerk, maar het gaat om het eindresultaat en dat is leuk: oude foto’s en negatieven inscannen. Het verleden komt er door tot leven. En dat is de moeite waard.

Deze foto is ergens halverwege de jaren tachtig gemaakt in Trier, een stad waar we onlangs nog geweest zijn. Geen wonder dat veel ons zo bekend voorkwam.

De foto dateert uit de tijd dat roken nog lekker en gezond was, halfzware Van Nelle met rode rizla graag, dat spijkerjasjes nog in waren en dat de kapsels in de stijl van the Cure net plaats maakten voor de Kuiven van Kinky Kappers.

Over haar gesproken: laten we het daar verder maar niet over hebben…

Venetië zonder toeristen

In het fotoboek van de Italiaan Berengo Gardin, waar ik het hier onlangs over had, staat een aantal prachtige foto’s die in Venetië zijn gemaakt.

De meeste foto’s laten een totaal uitgestorven San Marcoplein zien: zonder hordes toeristen, zonder gidsen met vlaggetjes en paraplus. Maar wel met opstuivende duiven. Of met vlonders. zodat de Venetianen het hoge water in het najaar kunnen trotseren.

Die foto’s brachten me er toe mijn ogen foto’s van ons bezoek aan deze stad van zomer 2008 nog eens tevoorschijn te halen. Een schilderachtige stad, en fotogeniek.

Zondagochtend in De Peel

We waren vroeg, vanochtend in De Peel. Daarom was er nog nauwelijks iemand aan de wandel toen wij over het laagveen van het Toon Kortooms Museum naar herberg De Morgenstond in Griendtsveen liepen.

Meestal is dat anders, op een zonnige zondag in De Peel. Dan loop je schouder aan schouder langs de langzaam wegzinkende berkenbomen, en is het dringen op het terras van De Morgenstond.

In die drukte gaat de pracht van dit natuurgebied vaak verloren. En valt het doorgaans ook niet op dat de herberg in Griendtsveen eigenlijk gewoon een dorpscafé is waar de dorpsbewoners op zondagochtend na de mis gezellig een biertje en/of een borreltje drinken.

Skatalites

In een boekje dat hoort bij een Studio One-cd kwam ik deze foto tegen van de Skatalites. Dat is de Jamaicaanse groep die in de jaren zestig speelde op het gros van de op dat eiland opgenomen muziek, toen nog ska geheten, maar later via rocksteady geëvolueerd tot reggae.

Ik vind het een hele mooie foto omdat-ie aantoont dat muziek in het eigenlijk helemaal niet hoeft te hebben van opsmuk – en dat reggae dat aanvankelijk helemaal niet had. Al was het maar omdat de meeste Jamaicanen straatarm waren en in de getto’s van Kingston woonden.

Gewoon een goede band, met strakke ritme’s, goede liedjes en dito arrangementen volstaat.

Drijvend Koninkrijk

Bij toeval kwam ik bij De Slegte een vuistdik boek tegen met foto’s van Gianni Berengo Gardin.

Ik kende hem niet, deze Italiaanse fotograaf. Maar hij heeft de afgelopen decennia werkelijk prachtige foto’s gemaakt in alle uithoeken van zijn land.

Zijn grofkorrelige, zwartwit-foto’s zijn sowieso al fraai, Maar als hij zijn analoge camera richt op het platteland, het Toscaanse landschap, het alledaagse leven in het klooster of het Venetië zonder toeristen, dan zijn ze helemaal indrukwekkend.

Berengo Gardin maakte af en toe ook foto’s buiten Italië, deze bijvoorbeeld is Engeland geschoten.

Hij breng erop in beeld wat Paul Theroux – veel later – in zijn boek Het Drijvend Koninkrijk zo mooi omschreef: Engelsen die hun auto met uitzicht op zee parkeren, om vervolgens starend naar de zee zwijgend boterhammen te eten en thee te drinken.

De draad weer opgepikt

Met carnaval achter de rug en nog een flinke periode te gaan totdat het voorjaar wordt, hadden we vandaag dringend de behoefte er even op uit te gaan.

Daarom pikten we op het GR5 de draad op waar we hem begin januari hadden laten liggen, in het dorpje Ahn. Aan het eind van de middag, na stevig doorstappen, kwamen we vervolgens aan in het even kleine dorpje Greiveldange.

Onderweg passeerden we opnieuw vele duizenden druivenranken. In afwachting van dat zich jaarlijks herhalende, steeds opnieuw weer fascinerende proces van groei en bloei, van oogsten en snoeien en winterslaap.

Ter hoogte van Wormeldange – namen verzinnen kunnen ze wel, die Luxemburgers – torent er hoog boven die wijnranken een kapel uit. Inderdaad, de kapel op de foto, de St. Donaatskapel.

Voetenwerk

Taekwon-do is in de ogen van veel mensen een vechtsport. In principe hebben die mensen gelijk. De sport is vooral gericht op verdedigen, op het – bliksemsnel – afweren van aanvallers.

De sport heeft echter ook een andere, veel aantrekkelijkere kant. Mits je daar voor open wil staan. Met een beetje goede wil is het een vorm van ballet, waarbij ritme, timing, spierbeheersing, explosieve kracht en perfecte beheersing van de basisoefeningen – de tools – hand in hand gaan.

Hand in hand? Nou, niet alleen dat. Er komt ook een stevige portie voetenwerk aan te pas.

Leegstand in London


Zouden er hier net zo veel kantoren leegstaan als in Eindhoven en in Helmond, dacht ik vorig weekend toen we op ons gemak door London kuierden.

Kennelijk niet, was mijn conclusie, toen we al wandelend langs de Theems langs de London Bridge liepen. Want daar wordt gebouwd aan een megahoge kantoortoren. Deze toren, Shard genoemd en 320 meter hoog, moet klaar zijn als de Olympische Spelen deze zomer losbarsten in de Engelse hoofdstad.

Of alle kantoren in de toren wel te verhuren zijn, waag ik te betwijfelen. Ook in Engeland merken ze de huidige crisis goed. Maar dat het om een fraai staaltje moderne architectuur gaat, dat staat wat mij betreft buiten kijf.