
Fokke & Sukke in NRC
Fokke & Sukke in NRC
Opnieuw een logistiek gezien vlekkeloos verlopen operatie op de Haverdijk in Helmond bij de GGD Oost-Brabant. Hulde voor deze geoliede machine.
Zo’n tachtig pagina’s onderweg in deze postuum uitgebrachte thriller van schrijver Philip Kerr, en ik zit er helemaal in. Fascinerend en goed geschreven boek wederom, net als zijn serie over detective Bernie Gunther. Ik zal te zijner tijd hier nog wel melden hoe het boek afloopt. (Alsof we dat niet allemaal weten).
Ik weet het nog, als de dag van gisteren, dat ze dat zeiden: dat internet, jongens, dat wordt helemaal niks. Opgetekend in december 2000.
Vorige week was het veertig jaar geleden dat dit festival plaatsvond. Daar moet toch wel een aardig Spotify-lijstje inzitten. Een heel opvallende naam op dit affiche trouwens: de Tröckener Kecks.
We zeggen het hier thuis vaak tegen elkaar, dát is het mooie aan darten. Dat een speler met 3-0 achter staat, op een pijl na verloren heeft en dan uiteindelijk toch nog weet te winnen.
Dat gebeurde dus maandagavond in London, tijdens het wereldkampioenschap darten in Alexandra Palace. Heerlijke sport om naar te kijken, rond de feestdagen.
Wat een heerlijke column om de dag mee te beginnen.
De grote hoeveelheid varkens, de leegstaande nertsenstallen en de toekomst van het kasteel. Dat zijn zo’n beetje de problemen die de gemiddelde politicus in de gemeente Gemert-Bakel bezig houden.
Maar daarnaast sluimert er nog een probleem, dat slechts af en toe de kop op steekt. En dat is een dreiging waarvan veel mensen nu al wakker liggen: de heringebruikname van de vlak bij Gemert gelegen vliegbasis De Peel voor straaljagers van het type F-35.
De plannen daarvoor worden langzaam maar zeker en stapje voor stapje concreter. Hier staat de online-versie van het verhaal.
Deze elpee uit het begin van de jaren tachtig van de vorige eeuw – inderdaad, een eeuwigheid geleden – was ik helemaal vergeten. Hoewel ik em destijds grijs gedraaid heb.
Op Spotify zag ik een nummer van deze plaat ergens in een playlijst staan, waardoor ergens in mijn hersenpan een luikje open ging waaruit een reeks aan herinneringen kwam stromen. Dat is toch wel een van de mooie kanten van muziek, hoor.
En die elpee van Pablo Gad klinkt ook nog steeds prima, trouwens.
In het boek bij de Frans Hals-tentoonstelling die momenteel te zien is in The Wallace Collection in London, wordt uitgebreid aandacht besteed aan een van zijn mooiste werken, de Lachende Cavalier. Dat is niet geheel toevallig: dit zeventiende eeuwse werk is in het bezit van dit museum, en is de spil van de huidige expositie.
Grappig detail: het meesterwerk heeft enkele decennia geleden als inspiratie gediend voor verschillende reclames, waaronder deze van Gouda Kaas. Dat had ik nog nooit ergens gezien, en ook op internet kan ik het nergens terugvinden.
Noot: Deze expositie is níet te bezichtigen voor mensen uit Helmond die een deel van hun kerstvakantie gereserveerd hadden voor een shortbreak in London en een bezoek aan deze tentoonstelling omdat ze het hele zaakje vanwege corona opnieuw hebben moeten afgelasten. Die mensen zijn uitgelachen.
Zeldzaam mooie en ontroerende reportage gisteravond in het programma Top 2000 A Go Go van Leo Blokhuis en Matthijs van N. Over een van de leden van The Communards, die met liefde en plezier en vooral met Britse humor terugkijkt op zijn periode bij die band. Inmiddels is Richard Coles (links), jawel, priester. Hier te vinden en te zien ergens vanaf de dertiende minuut van het programma.
Laat hem maar eens flink schudden, die kerstboom.
Fraaie luchtfoto van een van de docks in London, Canary Wharf als ik het wel heb. Tegenwoordig een kantoorgebied onder de naam de Docklands, tot begin jaren tachtig een deel in het hart van London dat verval was geraakt.
Vandaag in de krant uitgebreid aandacht voor het lijvige boek over de geschiedenis van Peeldorpje De Rips, dat exact 100 jaar bestaat deze maand.
In het imposante werk van Bernard Ploegmakers en Hannie Ploegmakers staan veel foto’s uit de privécollecties van families in het dorp. Waaronder deze prachtige foto van een groep boswerkers.
Het is een intrigerende foto: de guitige, verwonderde, trotse, nieuwsgierige en verbaasde blikken in de ogen van deze noeste werkers, ik kan er uren naar kijken.
Het is een prachtige foto dit, gevonden in NRC. Waarom? Moeilijk te zeggen.
Omdat-ie zo tot de verbeelding spreekt? Of omdat er een ongewone, onalledaagse scene op te zien is? Ik houd het op het laatste. Morgen koop ik een trompet, een Amerikaan en ga ik rondjes rijden door de wijk.
Er zijn zo van die uitspraken die onbewust en met de regelmaat van de klok over je lippen (of je schrijfmachine) komen. Vaak tot ergernis van de directe omgeving.
Op de schop gaan, dat is er zo een bij mij. Een andere: de hele flikkerse boel. Ik ken maar weinig mensen die deze uitdrukking ook bezigen.
Gisteravond zat ik de film De Lift van Dick Maas uit 1983 nog eens te kijken (nog steeds een erg sterke film trouwens: maximaal effect met minimale middelen), en toen kwam deze zegswijze plotseling ook voorbij in een gesprekje tussen twee spelers van bijrollen.
Zou ik de term daar opgepikt hebben, in 1983? Ik sluit het niet uit.
Dat is niet bepaald een verrassende conclusie: https://nos.nl/nieuwsuur/artikel/2410464-koningshuis-tijdens-pandemie-niet-sterk-uit-de-verf-gekomen
Natuurlijk moet je duidelijk aangeven waar de grens ligt. En als je dat zelf niet doet of kunt, dan helpt de natuur wel een handje.
44 jaar geleden, posters voor een paar aardige concerten in de Engelse hoofdstad.
Sinds ik zijn debuutelpee voor de eerste keer hoorde, ergens in 1983 schat ik zo in, heb ik een zwak voor de Jamaicaanse reggaedeejay Josey Wales – inderdaad, vernoemd naar de film met Clint Eastwood.
Een van zijn eerste nummers is inmiddels een klassieker: Leggo Mi Hand Gateman. Hier is de tekst te vinden. Enigszins onnavolgbaar inderdaad. Maar het refrein bekt goed.
De bovenste opname uit 1984 geeft een mooi tijdsbeeld weer. Frappant trouwens dat er nauwelijks een podium is in de zaal, en dat er meer mensen rondom Josey staan dan er in de zaal aanwezig zijn. Bij wijze van spreken dan. Er zitten er trouwens wel heel wat op het dak.
De opname hieronder is van dertig jaar later. Mooie daaraan vind ik vooral dat de stem van The Colonel – zoals zijn bijnaam luidt – alleen maar beter is geworden. Het authentieke Jamaicaanse dancehallkarakter van de eerste opname is hier wel ver te zoeken, trouwens.
Oh ja, voor de fijnproevers: het riddim van dit nummer heet Mad Mad, ook wel bekend als Golden Hen. En daar zijn er nog véél meer van. Kijk hier maar.
Het is een van de mooiste gebouwen van Parijs, het Centre Pompidou hierboven: lekker brutaal, tegendraads en heel functioneel. Er hangt bovendien heel wat fraaie moderne kunst (naast de nodige rommel, trouwens).
Het gebouw hieronder is het Lloyds Building in London. Ook heel mooi. Aan de buitenkant tenminste, want binnen ben ik nog nooit geweest.
De overeenkomst tussen beide gebouwen is niet toevallig. Ze zijn beide ontworpen door architect Richard Rogers. Afgelopen zaterdag is hij overleden, las ik vanmiddag in NRC. Hier een mooi portret van deze man.
Kamagurka in NRC
Heel erg mooi wat journalist Oscar Smit aan het doen is (en waar ik in de landelijke media eigenlijk niet of nauwelijks aandacht voor zie): de geschiedenis van het Amsterdamse poppodium Paradiso vanaf 1977 minutieus en gedetailleerd in kaart brengen.
Zeer recent kwam deel vier in de serie uit, waarbij de jaren 1979, 1980 en 1981 aan de beurt waren – maar dan wel het Nederlandse aandeel op het Paradiso-podium. Het buitenlandse aandeel komt later.
Leuk is dat er ook veel aandacht is voor maatschappelijke ontwikkelingen. Leuk is ook om in het boek tal van bekende en vertrouwde namen voorbij te zien komen. Mensen uit de muziekscene die nu vaak nog steeds actief zijn in de kunst- en/of muziekscene.
Voorlopig kunnen we helemaal nergens heen. Maar dat neemt niet weg dat het leuk is om te kijken waar we allemaal heen willen als het weer kan.
Naar dit zuid -Engelse plaatsje Sidmouth bijvoorbeeld. Deze foto zag ik in een Engels reismagazine, en ik was meteen enthousiast. Ze hebben er vast wel een goeie pub.
Het werkt wel. Vrijdag heb ik zeker twee keer gelachen. En zaterdag een keer. Maar dat kan natuurlijk ook gewoon toeval zijn.
Het ziet er weer niet al te best uit, maar we houden de moed er gewoon in. Daarom 21 liedjes – bij elkaar 1 uur en 13 minuten lag – om de dreigende harde lockdown mee te lijf te gaan.
Nooit geweten dat dit eigenlijk gewoon een ijzersterk nummer is. Hierboven live, hieronder onder de vrijdag uitgebrachte officiële versie. En daaronder weer danst Jason Williamson nog even lekker op zijn eigen cover. Eat your heart out, Yazoo & Alison Moyet.
Out today. Our cover of Don’t Go by Yazoo. On all streaming 😂 platforms.
Oorspronkelijk getweet door Jason Williamson (@fit_as_fuc) op 17 december 2021.
De sof rond de weg N279 in historisch perspectief geplaatst. Vandaag in het ED en op de website.
Deze week als laatste in een lange reeks Tarantino-films als laatste naar zijn meest recente film gekeken, Once Upon A Time In… Hollywood.
Volgens mijn geheugen kreeg deze film (net als de meeste van zijn andere films) positieve tot zeer positieve recensies. Zelf vond ik em – na al die eerdere knallers – wat tegenvallen.
Maar dat kan ook aan mij en aan mijn verwachtingspatroon liggen. Toegegeven: de film-in-een-film stukjes in het begin zijn bij vlagen verbluffend. Maar het verhaal, en de Charlie Manson-plot, komen op mij wat geforceerd over.
Waar ik wel zeer van onder de indruk raakte, was het acteerspel van Leonardo DiCaprio. Hoe mooi hij de worsteling van een tot aftakelen neigende acteur neerzet, dat was voor mij de verrassing van deze film.