Ik moest er aan denken toen ik op het werk de poster zag waarmee de presentatie wordt aangekondigd van het boek dat collega Mark van Bergen schreef over 25 jaar Dance in Nederland en vanwege de column van Lady Aïda, morgen in onze krant.
Begin jaren tachtig was dansen en dansmuziek in de alternatieve muziekscene not done. Sterker nog: dat was voor discogangers, ABBA-fans en Stayin ‘Alive-adepten. Niet voor punks en new wavers (zoals ik) die naar gruizige gitaren en vleermuizengegil luisterden.
Dat veranderde – in mijn beleving – in ’83, ’84 heel snel. Dankzij New Order, dat Blue Monday had uitgebracht, een van de eerste alternatieve dansplaten, dankzij Blondie met de raphit Rapture en de Clash met The Magnificent Seven – alle drie ijzersterke, alternatieve, goed in het gehoor liggende maar artistiek verantwoorde danshits die ook (veel) punks en new wavers aan het swingen kregen.
Mede daardoor, denk ik, ontstond de technoscene in Detroit. En door die techno, in het begin acid genoemd, kwam er een levendige alternatieve dansscene tot stand in Engeland, die in ’88 zorgde voor de beroemde Summer Of Love.
Waardoor we nu nog steeds op prachtige alternatieve dansmuziek onze danspasjes kunnen maken.
Grappig, Hans. Die transitie van donker naar kleurrijk zit heel duidelijk in het begin van het boek. Zal je wel bekend voorkomen!
LikeLike
Dat vermoedde ik al Mark, ben ook erg benieuwd!
LikeLike